Ik lees met hup en aap vertrekt van 12 basissleutelwoorden. Het gaat om korte tweeklankwoorden het type 'klinker-medeklinker'. Na het aanbieden van een sleutelwoord wordt dit onmiddelijk en volledig geanalyseerd. Met de aangeleerde letters worden direct nieuwe tweeklankwoorden gevormd. Door toevoeging van een beginmedeklinker aan een tweeklankcluster kunnen de kinderen van bij het prille begin vlot en nauwkeurig drieklankwoorden lezen. Omdat leerlingen getraind worden in het lettergroeplezen krijgt het letter-na-letter-lezen (het zogenaamde spellend lezen) geen kans. Bovendien kunnen de leerlingen de aangeleerde woorden al snel in leuke verhaaltjes lezen. Onderzoek en ervaring heeft aangetoond dat deze aanpak betere leesresultaten geeft.
Je eerste kennismaking met 'ik lees met hup en aap'?
Lees dan zeker de methodewijzer. Daarin vind je de belangrijkste kenmerken en pluspunten van de methode terug.
Deze site gebruikt cookies om uw surfervaring gemakkelijker te maken