Technish Lezen
Ik lees met hup en aap gaat uit van twaalf basissleutelwoorden die worden aangeboden: ik, an, el, eet, aap, ijs, om, uil, oog, uur, uk, af. Het gaat om korte tweeklankwoorden van het km-type: klinker-medeklinker.
Het sleutelwoord wordt onmiddellijk geanalyseerd. Met de aangeleerde letters worden direct nieuwe tweeklankclusters gevormd. Door toevoeging van een beginmedeklinker aan een tweeklankcluster kunnen de leerlingen van bij het begin vlot en nauwkeurig drieklankwoorden lezen. Na thema 4 zijn de meest frequente fonemen/grafemen aan bod gekomen.
Automatiseren van de tweeklankclusters is van groot belang en neemt daarom in de uitgewerkte lessen een belangrijke plaats in. Niet alleen biedt automatisering de basis voor een snelle herkenning van nieuwe woorden, het geeft ook inzicht in de manier waarop een woord is opgebouwd.
Vervolgens komen in ik lees met hup en aap tien sleutelwoorden aan bod die bestaan uit drie klanken: duif, vis, zak, huis, boek, jas, wiel, reus, hout, schuur. Dat zijn drieklankwoorden van het mkm-type: medeklinkerklinker-medeklinker.
De lessen technisch lezen volgen steeds dezelfde opbouw. Nadat in een themaverhaal de sleutelwoorden zijn geïntroduceerd, wordt het sleutelwoord auditief en visueel aangeboden en ingeoefend. Daarna wordt het sleutelwoord spraakmotorisch en visueel gestructureerd.
De leeswerkschriften bieden verschillende oefenvormen om de aangeboden sleutelwoorden te herhalen en in te slijpen en geven met de gekende letters en letterclusters gevarieerde leesoefeningen met nieuwe woorden.
Lettergroeplezen
Tijdens het werken met ik lees met hup en aap neem je de leerling als het ware aan de hand om samen met hem 'verder te springen'.
Met het lettergroeplezen geef je de leerling de basis door betekenisvolle tweeklankclusters ('om', 'af', enz.) en functionele eenheden (bv. 'il', 'es') te automatiseren. De betekenisvolle clusters zijn als sleutelwoorden in 'ik lees met hup en aap' geïntegreerd. De functionele eenheden vloeien daar vanzelf uit voort. Je gaat met deze lettergroepen en met letters aan de slag op basis van het principe van covariatie. Zo versterk je de conectie tussen letter (bv. 'o') en klank (/o/) binnen het sleutelwoord zelf: 'om' -> 'of'. En je versterkt de lettergroepen (bv 'om') door toevoeging van een letter: 'om' -> 'k om' -> 'kom'. In 'ik lees met hup en aap' worden al snel de geleerde woordjes toegepast in zinnetjes en grappige tekstjes, waardoor lezen samengaat met plezierige leesbeleving.

Hoe belangrijk inslijpen ook is, natuurlijk wil je niet steeds dezelfde rijtjes herhalen. 'ik lees met hup en aap' geeft je de kans volop te variëren. Uiteraard zit die afwisseling in oefeningen van de leeswerkschriften zelf. Maar 'ik lees met hup en aap' biedt veel meer. Met de letterschuif of de woordenmaker zijn in principe alle combinaties te maken en dus te oefenen. Er zijn twee oefenboeken met leesrijtjes ter aanvullig op het aanbod in de leeswerkschriften. Het bordboek biedt de mogelijkheid alles uit de leeswerkschriften op een speelse manier te oefenen. En er zijn maar liefst 30 leesboekjes met verhaaltjes die zijn opgebouwd met de tot dan toe aangeleerde clusters en letters.